Eisbären müssen nie weinen

Een tijd terug kocht ik een ansichtkaart van iemand die, enkel gehuld in een ijsbeervacht, op een barkruk zit in de sneeuw. Dat vond ik grappig. De rare hoekige vormen van het ijsbeerlijf verraden het knokige mensenlichaam onder de vacht. De ijsbeerfiguur zit op de kruk alsof hij zich vreselijk verveelt. Maar nu, wanneer ik naar de kaart kijk, denk ik aan Sjaak.

“Ik word er een beetje ongelukkig van, zeker zo vlak voor kerst.”

Sjaak, zo heet de stervende ijsbeer op mijn Facebooknieuwsfeed. Althans, zo heb ik hem maar genoemd. Sjaak draagt zijn vacht als een flodderige hipsterjas. Hij kan zich niet herinneren wanneer hij voor het laatst gegeten heeft. Sjaak steekt af tegen het bruine landschap dat ooit, toch niet zo lang geleden, nog wit was. De foto van de uitgemergelde ijsbeer schreeuwt klimaatverandering. Maar ik kan niet goed naar hem en zijn sterven kijken. Ik word er een beetje ongelukkig van, zeker zo vlak voor kerst. Klimaatverandering, heb ik begrepen, is een donkere zuigende kracht waardoor ijsschotsen afbrokkelen en zeespiegels stijgen. Maar de ramp is zo immens en Sjaak zo ver weg. Veel liever kijk ik in katatone stupor naar kattenvideo’s terwijl de wereld om mij heen geruisloos en onomkeerbaar vergaat. Ik heb nooit beweerd dat ik een held ben.

Ondanks mijzelf besluit ik de volgende dag de Alwetende te raadplegen. Ik typ: Wat kan ik doen aan… De Alwetende vult mijn gedachten automatisch aan: hielspoor, ontstoken tandvlees, aambeien. Mensen lijken online vooral op zoek naar verlichting van hun kleine fysieke ongemakken. Ik kom op een website met concrete tips om energie te besparen. Thermostaat omlaag, lichten uit, andere politici, minder vlees eten, oplader uit het stopcontact. Hopla, een kind kan de was doen, bij voorkeur op dertig graden. Ik las ook dat een leeg diepvriesvak veel meer energie vreet dan een goedgevuld vak. Het vriesvak als begin en eind van de opwarming van de aarde, je verzint het niet. Daarom, verbeter de wereld en koop een vegetarische diepvriespizza.