Korstje

Ik heb een koffietent waar ik graag en vaak kom. Ik verdedig haar wanneer ze beschuldigd wordt van overdreven hip gedoe. Maar vandaag twijfel ik. Op het krijtbord lees ik matcha smoothies, soya lattes, overnight chiazaadpudding en zelfs, godbetert, Himalayazout. Maar wat mij pas echt doet wankelen is de pannenkoekplant op de balie. Gelukkig neemt er op dat moment een niet bijzonder hippe meneer schuin tegenover mij plaats. De meneer heeft geen laptop. Geen baard. Geen snor. Hij drinkt een espresso en een glaasje water. Verder doet meneer niks. Omdat ik een significant onderdeel van zijn enigszins beperkte gezichtsveld ben, besluit ik nog even te wachten met mijn natte broodje mozzarella.

“Ik was een korstje dat moest worden losgekrabd.”

Een tweede man voegt zich bij de eerste. De derde leunt op mijn tafel. De taal die de heren met elkaar spreken, klinkt Oost-Europees. Mijn Poolse ex-stiefmoeder heeft een interessante reflex veroorzaakt. Eerst voel ik een milde weerzin, maar meteen daarna doet de hersenschors haar werk. Het grote sussen begint. Het omdenken. Want die reflex van mij is natuurlijk maar een vieze reflex. Die heren naast mij zijn vast heel aardige mensen. Het is ook niet zo dat mijn ex-stiefmoeder een onderontwikkelde heks was. Ze hield van Vermeer, Pink Floyd en fotografie. Ze kon goed koken. Maar ik, het stiefkind, was een matige eter en nogal introvert bovendien. Er is weinig zo vatbaar voor interpretaties als de stilte. En – als ik mijn stiefmoeder moest geloven – weinig zo gekmakend. ‘Waarom zeg je niks?’ ‘Waarom vind je mij niet aardig?’ ‘Ik ben toch geen monster?’ Mijn stiefmoeder deed moedige pogingen om mijn perfect verzegelde binnenwereld open te breken. Ik was een korstje dat moest worden losgekrabd. Misschien had ze gelijk. Het zijn de stille types waarvoor je moet uitkijken. De slapende vulkanen. De glimlachende moordenaars. In het meest gunstige geval ontstaat er hooguit wat poëzie.

Mijn Oost-Europese buren weten niets van slapende vulkanen. Ze praten ongehinderd terwijl ik voorzichtig in mijn broodje bijt. De zompige bodem biedt weinig houvast.