Liefde in tijden van Corona: Deel 9

Op de zesde dag merkte Guilia een lichte verbetering, althans, het voelde niet langer alsof iemand aardappelmesjes langs de binnenkant van haar longen en luchtpijp schraapte. Ze kon hele zinnen uitspreken zonder te hoesten. Het was daarom op de zesde dag dat Guilia hernieuwde interesse kreeg in het leven buiten de krijtwitte afdelingsmuren. Buiten, dacht ze, moest het ongemerkt, maar triomfantelijk lente zijn geworden. ‘Daar wil je niet heen,’ oordeelde Matteo. ‘Waarom niet?’ Guilia’s stem klonk scherp, bijna opstandig. Matteo monsterde haar. Hij leek voor het eerst te twijfelen wat hij tegen haar moest zeggen. ‘Dat daar,’ hij knikte naar het naburige gebouw, ‘is het eindstation.’ Samen keken ze naar de rijen ziekenhuisbedden waarin mensen lagen in identieke blauwe hemden.