Oostenwind. Bitterballen.

In een glossy van de een of andere krant stond elke zaterdag een Nederlandse schrijver afgebeeld op zijn of haar favoriete schrijfplek. Door die rubriek raakte ik er hoe langer hoe meer van overtuigd dat alle schrijvers in Nederland een tweede huis bezitten om in alle rust te kunnen schrijven, al was het maar een schuurtje op de hei zonder internetaansluiting. Goed, misschien werden ze daar wel speciaal op geselecteerd, die schrijvers, maar toch was ik best een beetje jaloers. Daarom doe ik deze week net alsof ik ook zo’n decadente schrijver ben, met een huisje aan zee. De opzet is ongeveer als volgt: Het hoofd eerst uren vol laten lopen met woorden en dan – woesh! – in een keer leeg laten waaien op het strand.

“In feite ben ik een rare, zonder hond.”

Er kleeft een vaal zonnetje aan de hemel vandaag. Het strand van Callantsoog ruikt, afhankelijk vanwaar de wind komt, naar zee of bitterballen. In het voorbijgaan verneem ik dat Max z’n ballen niet meer heeft, maar dat heeft dan weer niks met bittergarnituur te maken. In Callantsoog zie je werkelijk overal honden. In feite ben ik een rare, zonder hond. De bezoekers hier spreken overwegend Duits en zijn van middelbare leeftijd of ouder. Ze verplaatsen zich doorgaans in paren en dragen comfortabele kleren in nietszeggende kleuren. Ze hebben een hond en die hond moet af en toe achter een bal aan rennen of naar zeeschuim happen. Het is allemaal heel koddig.

De natuur is hier een zorgenkindje, zoveel begrijp ik wanneer ik de borden bestudeer. Ik lees dat het duingebied kwetsbaar is. Dat de zee verlost moet worden. En dat het strand langzaam dreigt af te brokkelen en dat dat echt voor helemaal niemand leuk is. Zeker niet voor mensen die graag met hun hond over het strand spazieren. Om het strand van Callantsoog te redden is er daarom een enorme lading zand overheen gekieperd. Ik zie de grijze bult en denk aan walvissen. Gigantische uitgeputte walvissen. Over hun ruggen zigzaggen hondensporen.

Ik draai mij om naar de wind. Oostenwind. Bitterballen.