Mevrouw Garcia had de Coronacrisis een plek gegeven op een hoge plank in haar geheugen, waar zij met het ouder worden steeds moeilijker bij kon. Het leven werd vlak na de crisis in zulke vaart opgepikt, dat er geen moment overbleef voor reflectie. Iedereen had wel wat in te halen, wat goed te maken, iets om te redden. Scholen, winkels en restaurants werden heropend. Huwelijken voltrokken. Er klonk muziek uit elk buurtcafé en de mensen schreeuwden harder dan ooit. Het was een gelukkige en chaotische tijd. In de daaropvolgende jaren studeerde zij, werd lerares, trouwde, kreeg kinderen, verloor haar man, en kreeg een handvol kleinkinderen met donkere ogen die voor niemand bang waren. Maar hoe vaak zij ook verhuisde, mevrouw Garcia nam het papieren vogeltje bij elke verhuizing mee.