Liefde in tijden van Corona: Deel 17

“Ik heb je nog jarenlang gezocht, paradijsvogel. Ik hoorde je in elke meisjesstem, in elke vederlichte voetstap, ik zag je in elke frêle gestalte aan de andere kant van het plein. Na de crisis pakte ik mijn studie weer op in een andere stad. Dus ik wist wel dat ik mezelf voor de gek hield en dat niet jij, maar enkel jouw herinnering door mijn studentenstad dwaalde als een geest zonder huis. Het was een wonder, had dr. Romano gezegd. De mensen in het eindstation genazen vrijwel nooit. Waarom ik ineens zoveel zieker werd en na een week net zo snel weer genas, begrijp ik nog steeds niet. Ik had een engeltje op mijn schouder, misschien, maar ik dacht zelf liever aan een paradijsvogel.”