Liefde in tijden van Corona: Deel 19

‘Hoe heb je me gevonden, nee, hoe wist je dat ik het was? Je gaat me nu niet vertellen dat ik er nog precies zo uitzie als zestig jaar geleden. Ik ben misschien oud, maar niet seniel, Matteo.’

De ogen van de oude man twinkelden zacht.

‘Wie zegt dat ik je gevonden heb? Misschien heeft het Lot ons bij elkaar gebracht? Misschien ga ik al jaren alle deuren in alle steden af en hang ik op elke deur exact hetzelfde bericht? En ben jij, mevrouw Garcia..’

‘Guilia alsjeblieft.’

‘En jij, mevrouw Guilia, was misschien de eerste die bijkans flauwviel na het lezen van mijn briefje. Toen wist ik zeker dat jij het was. Al het bloed trok weg uit je gezicht.’

De oude man lachte zijn herkenbare lach. Hij had hooguit iets minder tanden.

‘Matteo..’

‘Zeg maar niets, paradijsvogel, we hebben nog dagen, en met een beetje geluk nog weken of maanden om al onze verloren verhalen in te halen.’

De oude man vouwde zijn hand uitnodigend open.