Niemand had het aan zien komen. Het begon met een weinig noemenswaardig kuchje op dag elf. Bij het ontwaken op dag twaalf had het kuchje zich ontwikkeld tot een volleerde hoest. Op dat moment zag Guilia ook de twijfel in Matteo’s ogen. Het zou toch niet? Zolang zij hem kende, had Matteo het virus aan een strak lijntje gehouden. Matteo was de baas geweest en het virus een tijdelijk, onnozel huisdier. Maar binnen vierentwintig uur had het huisdier zich veel te diep en comfortabel genesteld in de longen van zijn geliefde gastheer. Dr. Romano stuurde Matteo weg met een knikje. Voor dr. Romano viel er weinig eer meer te behalen aan de patiënt, en iedereen wist: Dat knikje, dat was zijn doodsvonnis.